Jan-Willem van den Braak - Tappenbeck

Direkt zum Seiteninhalt

Hauptmenü:

genealogie > Archiv
 


Nähere Nachrichten
über die
Geschichte der Brüder

Dieter TAPPENBECK
Bruno TAPPENBECK
Gert    TAPPENBECK

*


* A B S C H R I F T *
aus dem Niederländischen - Franziska Unger (offen)


JAN-WILLEM VAN DEN BRAAK
(Holland)
Autor:2017-07-19


De drie neven Tappenbeck uit Noordwijk aan Zee in en na de oorlog

Jan-Willem van den Braak

De auteur (Tilburg 1952) was tot zijn pensionering directielid van de ondernemersorganisatie VNO-NCW in Den Haag. Dit jaar publiceerde hij ‘Spion tegen Churchill’ bij WalburgPers, het levensverhaal van een spion voor de Duitsers uit Noordwijk met bijna dezelfde naam als de auteur: Jan Willem ter Braak.

Inleiding

De Tappenbecks waren een van oudsher Duitse familie, die eind 19 e eeuw naar Noordwijk trok en daar het hotel Huis ter Duin tot grote bloei bracht. Rudolf was aan het begin van de oorlog directeur, samen met zijn broer Wolfgang, en hielp het verzet. Hij werd in 1944 verraden, opgepakt en kwam om in een concentratiekamp. In 1948 werd een monument voor hem opgericht aan de boulevard. Wolfgang zette het hotelbedrijf voort, moest samenwerken met de Wehrmacht maar werd na de oorlog vrijgesproken van ‘hulp aan de vijand’.
De Noordwijkse journaliste Ruth Nederveen publiceerde in 2013 een artikel  over beide broers onder de sprekende titel ‘Goed én fout’. Minder bekend is dat ze drie neven hadden, Dieter, Bruno en hun broer Gert, alle drie geboren in Noordwijk aan Zee. Ik kwam op hun spoor bij de research voor mijn boek  over de in Noordwijk wonende nazi-spion Engelbertus Fukken alias Jan Willem ter Braak. Een van de elementen daarin was dat deze spion in juli 1940 geworven werd door ene Rittmeister Mirow van de Abwehr via diens vriend Dieter Tappenbeck.
Hoe verging het deze Dieter en zijn broers?

Het onderstaande is gebaseerd op mijn research voor mijn boek plus op één onderdeel op informatie, die ik nadien ontving van twee nabestaanden van Rudolf resp. Gert Tappenbeck.

                                                                                                                 

 Heinrich TAPPENBECK
(1834 Frisoythe/D-1904 Wiesbaden/D)
|
(1) Ludwig Wilhelm Tappenbeck
(1864 Amsterdam-1937 Brussel/B)
X (1893)
Margaretha Elisabeth Leonhardt
(1870 Leipzig D – 1941 Noordwijk aan Zee)
|
Rudolf
(1897 Noordwijk aan Zee-1944 Hamburg-Neuengamme/D)
Wolfgang
(1901 Noordwijk aan Zee-1979 Portugal)


  (2) Heinrich Christian Tappenbeck
(1880 Wijk aan Zee-1950 Zwitserland)
X (1907)
Anna Helene Lanje
(1886 Westerwede/D-1986 Zwitserland)
|
Bruno
(1908 Noordwijk aan Zee-1988 Zwitserland)
Dietrich
(1912 Noordwijk aan Zee-1941 Westerstede/D)
Gert Heinrich
(1914 Noordwijk aan Zee-2007 Geertruidenberg)

            


Lotgevallen in de jaren twintig en dertig

Alle drie bezochten ze in Noordwijk de ‘School met den Bijbel’. Voor hun middelbare school gingen ze alle drie naar het Nederlandsch Lyceum in Den Haag, waar ze inwoonden bij een leraar Duits. Halverwege vertrokken de jongste twee naar een kostschool bij Zürich, terwijl  hun ouders regelmatig waren te vinden in hun chalet bij het Meer van Geneve.  
Dieter keerde nadien terug om in Amsterdam geologie te gaan studeren, waarbij hij als een van de eerste studenten zich al gauw openlijk bekeerde tot het nationaal-socialisme. Hij studeerde ook een tijd in Berlijn en promoveerde in 1939. Zijn passie was echter de journalistiek en nadien ging hij dan ook werken voor het ANP.
Bruno ging na zijn middelbare school werken in Hamburg, waar hij eveneens  aanhanger van Hitler werd. In 1936 keerde hij terug naar Noordwijk en verdiende volgens het bevolkingsregister de kost als deurwaarder en koopman. Hij was intelligent, sportief en ook een vrouwenman. Een Zwitserse jonge vrouw, die in Huis ter Duin logeerde, raakte zwanger van hem, waarna hij met haar trouwde. Maar al voor de oorlog gingen ze uit elkaar, waarna zij met hun kind terugging naar de Zwitserse hoofdstad Bern.
Gert ging na zijn kostschool eerst een jaar naar de hotelschool in Lausanne maar besloot toen te gaan studeren aan een technische hogeschool in Berlijn. In 1939 keerde hij terug naar Nederland om als werktuigbouwkundige te gaan werken voor de machinefabriek Grasso in Den Bosch. Dat jaar verhuisden zijn ouders definitief naar hun chalet in Saint Légier-sur-Vevey, omdat ze grote zorgen hadden over de agressieve Duitse politiek.

Hieronder beschrijf ik de verdere levensloop in en na de oorlog van de drie gebroeders, die van hen allen opmerkelijk is te noemen.

Bruno Tappenbeck (1908 Noordwijk-1988 Zwitserland)

Na de inval van de Duitsers in Nederland in mei 1940 trad hij op als hoofd van de colonne, die  Huis ter Duin binnenkwam. De zoon van directeur Rudolf Tappenbeck beschreef in het verhaal van Ruth Nederveen deze dramatische scene als volgt:

‘Ze kwamen zo naar boven rijden, de oprijlaan op, al die Duitse uniformen. In de hal van het hotel stonden mijn vader en zijn broer. "Hoe durf je", hebben ze gezegd.’

In april 1941 verdween Bruno uit Noordwijk naar Berlijn. Hij sloot zich aan bij de Waffen SS, waardoor hij zijn Nederlanderschap verloor, en werd ingezet bij de inval in Rusland als lid van een SS-Totenkopfstandarte. Begin 1944 had hij de leiding van een afdeling van het kantoor van de Gestapo in Athene, dat belast was met de uitzending van geheim agenten naar het Nabije Oosten.
Na de oorlog stond hij jarenlang vermeld in de opsporingsregisters. Zijn ouders vertelden na de oorlog dat hij waarschijnlijk in Rusland was omgekomen maar dat was niet zo: hij woonde in Duitsland (o.a. in Bonn), waar hij met een Duitse was getrouwd. In de jaren zestig verhuisden ze naar Zwitserland, waar ze lange tijd bij zijn moeder in Saint Légier-sur-Vevey inwoonden, ook al waren zijn ouders bepaald geen nazi-aanhangers geweest. De familie van Rudolf en Wolfgang Tappenbeck bezocht jaarlijks hun oude tante en toen ze een keer aanbelden deed Bruno tot hun enorme schrik en verbazing open: ze wisten niet beter dan dat hij in de oorlog was omgekomen.
Later verhuisden Bruno en zijn vrouw naar een flat in het naastgelegen stadje Blonay, waar hij overleed toen hij 80 jaar oud was.

Dieter Tappenbeck (1912 Noordwijk-1941 Duitsland)

Dieter werd begin 1940 ontslagen of nam zelf ontslag bij het ANP, dat is niet duidelijk, en vertrok naar Berlijn om daar te gaan werken voor de cultuurpolitieke afdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vanaf juli 1940  verbleef hij enkele maanden in Den Haag en  Amsterdam, waar hij werkte voor het Reichskommissariat für die besetzten Gebieten als "Leiter des Kulturfunks beim drahtlosen Dienst’. Natuurlijk ging hij  ook in Noordwijk oude bekenden en familie opzoeken en hij sprak een keer, wellicht in Huis ter Duin, met zijn goede bekende Rittmeister Kurt Mirow van de Abwehr, gestationeerd in Brussel maar in Nederland op zoek naar kandidaten voor spionage in Engeland bij wijze van voorverkenning van de geplande invasie van Engeland (Operatie Seelöwe).  Dieter noemde toen zowel zijn broer Gert als zijn jeugdvriend Engelbertus Fukken als mogelijk geschikte personen voor dat werk.
Journalistiek was Dieters grote passie en daarom wilde hij oorlogscorrespondent worden. In februari 1941 vertrok hij voor zijn opleiding bij de Waffen SS naar Sennheim in de Elzas. Eind  juni nam hij vervolgens als Unterscharführer van de SS-Standarte Westland deel aan de inval in Rusland en werd hij de eerste buitenlandse Kriegsberichter. Zijn artikelen werden geplaatst in bladen als Storm, het weekblad van de Nederlandsche SS, het NSB-blad Volk en Vaderland en de Deutsche Zeitung in den Niederlanden. Op 1 juli had hij zijn vuurdoop bij het plaatsje Olzanicka in de Oekraïne en hij schreef daarover dat de Nederlandse SS’ers ‘zich prachtig hebben geweerd en daarmede alle beweringen, dat het soldaat-zijn den Nederlandschen aard niet zou liggen, hebben gelogenstraft’. Hij werd ook onderscheiden met het IJzeren Kruis IIe klasse.
Op 23 december 1941 overleed Dieter, bijna 29 jaar oud. In een van de vele overlijdensberichten in kranten stond vermeld dat hij was gevallen ‘door een noodlottig ongeval in de strijd tegen bolsjewisme’.  Maar in werkelijkheid was hij al in oktober 1941 teruggekeerd van de slagvelden om weer te gaan werken voor zijn ministerie in Berlijn. Bij een bezoek in het Noord-Duitse stadje Westerstede bij familie van zijn moeder pleegde hij zelfmoord door uit een trein te springen, waarbij hij het in een afscheidsbrief over een ‘verkeerde keuze’ zou hebben gehad: vermoedelijk hadden de gruwelen van de oorlog in Rusland hem tot het inzicht gebracht dat de nazi-politiek verderfelijk en onmenselijk was. Volgens een Duits verhaal dat toen in omloop kwam had zijn zelfmoord echter te maken met een verborgen homosexuele geaardheid – of werd die versie opzettelijk naar buiten gebracht om hem te diskwalificeren? En tenslotte is er de lezing van een familielid, dat Dieter  verliefd was op een meisje uit een dorp bij Westerstede en dat hij, toen die niet verliefdheid niet wederkerig bleek, zich in eenzaamheid bij een naburig meertje door het hoofd heeft geschoten.
Het laatste woord valt hierover na meer dan driekwart eeuw niet meer te spreken.

Gert Tappenbeck (1914 -2007 Nederland)

Gert wilde na de Duitse inval in mei 1940 niet voor de bezetter werken en ging daarom terug naar Noordwijk, waar hij in Huis ter Duin woonde. Daar had hij in augustus 1940 een gesprek met Rittmeister Kurt Mirow, de hierboven al genoemde Abwehrofficier, die hem probeerde te werven om als spion in Engeland te gaan opereren. Volgens zijn verklaring na de oorlog stemde hij in met het enkele doel om naar Engeland te ontkomen.  Hij zou een radio-opleiding krijgen in Lille maar tijdens  een langdurige tussenstop in Brussel werd hij eind september 1940 alsnog door Mirow afbesteld, omdat de invasie van Engeland al zou plaatsvinden, voordat zijn opleiding klaar was. Quod non, zoals zou blijken, maar toen zat Gert alweer in Noordwijk.
De eerste helft van 1941 verbleef hij bij zijn ouders in Zwitserland, waarvoor hij via Dieters Duitse relaties een visum had weten te bemachtigen. Eind 1941 was hij aanwezig bij de begrafenis van Dieter in Westerstede. In 1943 werd hij als werkloze opgeroepen voor de Arbeitseinsatz. Omdat hij zo min mogelijk aan de Duitse oorlogsmachine wilde bijdragen, kreeg hij via bemiddeling van zijn oom Rudolf een baan in een hotel in Berlijn, waarna hij in de loop van 1944 als hotelreceptionist in Dresden ging werken.
Begin 1945 ontstond bij hem een grote angst voor het gestaag oprukkende Rode Leger en daarom trad hij toen in dienst bij de Waffen SS. Medio maart werd hij met vijftien andere soldaten naar Nederland gestuurd, met als doel om in geallieerd gebied te spioneren en saboteren. Er kwam allemaal niets van terecht, Gert beperkte zich tot het sleutelen aan de auto’s van het Kommando en verdween uiteindelijk gewoon om op 7 mei in burgerkleren weer op te duiken in Noordwijk.
Binnen een week werd hij gearresteerd maar later weer vrijgelaten. Zijn Nederlanderschap behield hij, omdat zijn lidmaatschap van de Waffen SS niet als vrijwillig werd aangemerkt. Hij werkte nadien  nog langdurig in het hotelwezen, o.a. als directeur van het Rijnhotel in Arnhem, en overleed in 2007 op hoge leeftijd.


Slot

Drie verschillende oorlogsverhalen over de drie gebroeders Tappenbeck, ieder op eigen wijze even opmerkelijk als die van hun ooms Rudolf en Wolfgang.

Bronvermeldingen

Nationaal Archief Den Haag:
CABR 95379, Bruno Tappenbeck
CABR 86168+91692+106826, Dieter Tappenbeck

CABR 86947+95379+103465+110299, Gert Heinrich Tappenbeck

Gerard Groeneveld, Kriegsberichter; Nederlandse SS-oorlogsverslaggevers 1941-1945 (Vantilt 2004)
Ruth Nederveen, Goed én fout (Leidsch Dagblad 4 mei 2013) (over Rudolf en Wolfgang Tappenbeck)
- ook in Duitse vertaling op www.tappenbeck.com/Noordwijk (Nähere Nachrichten über die Geschichte der Familien Peter Tappenbeck)
G. Slats, Noordwijk in de jaren 1940-1945 (Boekhandel van der Meer 1975)

Brief uit 1942 over de dood van Dieter Tappenbeck (www.dokumentenforum.de)

CIA-kantoor München, geheim document 8-10-1962 over o.a. Bruno Tappenbeck  (https://www.cia.gov/library/readingroom/docs/EILITZ,%20HERBERT_0022.pdf)









Übersetzung uas dem Niedrländischen:
Franziska Unger

 
 
Zurück zum Seiteninhalt | Zurück zum Hauptmenü